MASROVA.nl
Sloeproeien voor jong en oud
Sloeproeien kent een rijke geschiedenis. Al in de Middeleeuwen hadden de VOC schepen roeisloepen aan boord. Deze werden gebruikt voor transport van schip naar de wal, of voor het 'uitroeien' van de trossen waarmee afgemeerd werd. Ook de reddingsloep is al honderden jaren aanwezig op koopvaardij- en marineschepen. Vervoer van mensen of materialen, assistentie bij ankeren en aan- en afmeren, maar ook voor de haringvisserij werden roeisloepen gebruikt.
Waar sloepen zijn, zijn ook wedstrijden. Op zeevaartscholen, waar sloeproeien één van de verplichte vakken was, worden al sinds de jaren '50 sprintwedstrijden georganiseerd. In de loop der jaren kwamen er korte en lange prestatietochten bij in Nederland. De diversiteit in sloepen maakten onderling vergelijken onmogelijk, en zo ontsond in 1991 de Federatie Sloeproeien Nederland (FSN). De FSN heeft een 'handicap' systeem ontwikkeld zodat verschillende typen sloepen toch tegen elkaar kunnen strijden. Inmiddels zijn er een kleine 250 sloepen actief in het Nederlandse wedstrijdcircuit, en worden er jaarlijks ruim 20 wedstrijden georganiseerd. De sport staat open voor iedereen, mannen en vrouwen, jong en oud.



Haal op...gelijk
De meeste roei-commando's zijn tweedelig; zij bestaan uit een waarschuwings- commando en een uitvoerings- commando. Het waarschuwingscommando geeft in het algemeen aan welke handeling wordt gewenst, het uitvoeringscommando laat de handeling beginnen.
Voor het goed uitvoeren van de commando's is het noodzakelijk dat het uitvoerings- commando's niet direct op het waarschuwingscommando volgt, dat tussen waarschuwings- en uitvoeringscommando een pauze van twee-drie seconden wordt gehouden. Dit bevordert niet alleen het gelijk uitvoeren van het sloepcommando, maar brengt ook een zekere rust in de sloep. Een te haastig gegeven commando kan verwarring stichten.
-
Is iedereen aan boord dan moet de sloep vrijgemaakt worden van de ligplaats. De stuurman (of stuurvrouw) commandeert: "klaar bij de trossen".
-
De met de trossen belaste personen houden zich gereed om de verbinding met de ligplaats te verbreken. De sloep wordt vrijgeduwd van de ligplaats. Dit gebeurt op het commando: "haak...voor".
-
Met een pikhaak wordt de sloep zoveel mogelijk afgeduwd. Hierna geeft de stuurman onmiddellijk het commando: "vanglijn..los".
-
De riemen worden nu zo snel mogelijk uitgelegd. De stuurman geeft hiervoor het commando: "riemen.. toe".
-
De roeiers nemen een riem en leggen deze in hun dol. Het roeien kan nu beginnen. De stuurman geeft het commando: "haal op..gelijk". Bij het uitvoeringscommando "gelijk" gaan de riemen te water.
-
Als de sloep eenmaal goed op gang is gekomen geeft de stuurman het commando: "slag roeien". Na dit commando volgt iedereen nauwgezet het slagtempo van de stuurboord roeier die achterin de boot zit. De stuurman kijkt nauwlettend toe of iedereen in de juiste slag zit en corrigeert indien dit nodig is met het commando: "haal op..gelijk".
Mocht het roeien al dan niet tijdelijk gestaakt worden, dan geeft de stuurman het commando: "op..riemen". De riemen komen dan uit het water, het roeien wordt dus gestaakt. De roeiers zitten dan in de houding van "riemen toe".
Strijken
Indien tijdens het roeien de sloep plotseling vaart moet minderen geeft de stuurman het commando: "stop..af".
Na het uitvoeringscommando "af" brengen of houden de roeiers het riemblad in verticale stand in het water. Daarbij geven de roeiers de riem de nodige steun door krachtig tegen te drukken. Het riemblad blijft gedurende de gehele handeling in het water. Door het geven van het commando: "op..riemen" wordt de handeling beëindigd.
Moet de sloep een achteruitgaande beweging krijgen dan geeft de stuurman het commando: "strijk..gelijk". Op dit commando brengen de roeiers het riemblad in achterwaartse richting in het water en voeren de strijkslag uit, hun slag regelend naar die van de slagaangevers. Het einde van het achterwaarts varen wordt aangegeven met het commando: "op..riemen"
Moet een korte bocht of draai gemaakt worden en is het effect van het roer onvoldoende dan kan met de riemen extra stuurkracht verkregen worden. Daartoe moeten de roeiers van het ene boord "strijken" en die van het andere boord "halen". Als er een draai over stuurboord gemaakt wordt ziet het commando er als volgt uit: "stuurboord strijk en bakboord haal op..gelijk". Op het uitvoeringscommado "gelijk" beginnen de stuurboordroeiers gelijktijdig met de strijkslag en die van bakboord met de haalslag. Het eind van deze manoeuvre wordt aagegeven met het commando: "op..riemen".
Een langere bocht over stuurboord kan genomen worden door het commando: "bakboord..sterk". Bij dit commando trekken de bakboord roeiers harder aan de riemen en de stuurboord roeiers minder hard maar blijven wel het tempo volgen. Na deze bocht komt volgt het commando: "bakboord..bedankt". Hierna roeit iedereen weer even sterk.
Is een doorvaart te smal om roeiend te passeren dan geeft de stuurman het commando: "lopen..riemen". Door het boveneinde van de riem zoveel mogelijk naar de boordzijde van de sloep te brengen wordt de breedte van de sloep verkleind. De stuurman moet het uitvoeringscommando : "riemen" geven op het moment dat de roeiers aan de halende slag bezig zijn. Het geheel wordt dan een vloeiende beweging. Om de vaart in de sloep te houden moeten de riemen geheel uit het water zijn. Om zo snel mogelijk weer op gang te komen kunnen de voorste roeiers al beginnen met roeien op het commando: "boegroeiers haal op..gelijk".
Pauze
Bij lange roeitochten moet onderweg natuurlijk gegeten en gedronken worden. Na elk uur wordt een kleine pauze ingelast. Deze pauze gaat per doft (bank), zodat er vaart in de sloep blijft. Het commando hiervoor is: " doft 1 riemen..over".
Bij aankomst op de plaats van bestemming geeft de stuurman het commando: "riemen..op". Nu worden de riemen uit de dollen genomen en staand op de bodem van de sloep geplaatst met het blad recht omhoog. Hierna worden de riemen (doft voor doft) in het midden van de sloep op de doften gelegd.
Op het commando: "haak¦..voor" neemt een boegroeier de pikhaak en zorgt er voor dat de sloep afgemeerd kan worden. De stuurman besluit met: "wel..geroeid".